En toen staken we de koppen bijeen, om over gewichtige dingen te klappen. We, dat waren Corneel Staes, Lode Cantens en ik. We wisselden van gedachten en vonden ten leste dat we 't mochten, nee, moesten wagen: een blad, een tijdschrift de wereld, de Wandelkringwereld in te zenden.
Dat schrijft Staf Bontenakel in het hoofdartikel van de eerste - handgeschreven - Eigen Krabbels die verschijnt in 1931.
Al zijn de stichters stuk voor stuk koppen met talent, toch is het niet meteen de bedoeling om van het tijdschrift een hoogdravend literair tijdschrift te maken, want het blad wil zich gewoon ontfermen over onbenullige studenten- en tienerkrabbels die nergens anders aan bod kunnen komen.
Zo wordt Eigen Krabbels een maandblad - het maandblad van de ZWK - dat niet meer pretentie heeft dan de activiteiten van het koor, het wel en wee van de leden te volgen, te verslaan en - zo nodig - van commentaar te voorzien.
Ook auteurs met iets meer literaire aspiraties, zowel in proza als poëzie, komen uiteraard op gezette tijden aan bod en vooral Theo Greeve, de stichter van de ZWK, zal met zijn reisbrieven en boekbesprekingen het blad meer allure geven.
Van mei 1940 tot november 1945 verschijnt Eigen Krabbels niet.
In december 1974 lijkt het er even op dat het blad ten dode is opgeschreven en moet een verbitterde Staf Bontenakel - sinds jaar en dag hoofdredacteur van het blad - tot de conclusie komen dat blijkbaar niemand bereid is om hem op te volgen.
Nauwelijks enkele maanden later nemen een aantal mensen toch terug het heft in handen zodat in maart 1975 het eerste nummer kan verschijnen van een vernieuwde Eigen Krabbels.
De omslag van het blad heeft in de loop der tijden nogal wat gedaanteverwisselingen ondergaan, maar het publiek is onveranderd gebleven:
de leden en de oud-leden van de ZWK.